Kerstster

Kerstster

De kerstster is een plant die rond de kerstperiode veel huiskamers opsmukt met de mooi rode en groene bladeren.  Maar waar komt die nu vandaan en hoe verzorg je die het best?

De kerstster of poinsettia komt oorspronkelijk uit Midden Amerika.  Daar groeit die in het wild en vormt die struiken die tot 4 meter hoog kunnen worden.  De plant bloeit van november tot januari/februari. 

De legende van Pepita

De Azteken schreven de kerstster geneeskrachtige eigenschappen toe waardoor die hoog aangeschreven was.  Ze gebruikte de plant ook om kleding rood of paars te verven.

In de 17de eeuw werd de plant pas als decoratie gebruikt.  In een klein Mexicaans dorpje, Taxco de Alarcon, begonnen monniken de bloemen te gebruiken tijdens de geboorteprocessie.   Ongeveer dat zelfde moment begon er ook een een legende rond te gaan van de kleine Pepita.

Pepita,  een jong meisje was op weg naar de kapel om er naar kindje Jezus te gaan kijken tijdens de kerstavond dienst.  Plots begon ze zich zorgen te maken dat ze geen cadeautje bij had voor aan Jezus te geven.  En ze had ook geen geld om iets te kopen.  Haar neef, Pedro, probeerde haar gerust te stellen.  "Zelfs het meest bescheiden cadeautje dat met liefde wordt gegeven zal Jezus blij maken", zei hij.  Ze plukte dan maar wat bloemetjes langs de weg. Nadat ze het boeketje had neer gelegd bij de stal veranderde het plots in mooi grote rode bloemen.

Vanaf dan kreeg de kerstster een plaatsje in de huizen van vooral kleine dorpjes in Mexico en dat zou nog meer dan 200 jaar zo blijven.

Ambassadeur geeft naam

Reeds in 1803 - 1804 bracht de natuuronderzoeker Alexander von Humboldt de kerstster naar Europa.  De Duitse plantkundige Carl Ludwig Wildenow gaf de kerstster zijn botanische naam Euphorbia pulcherrima.  Euphorbia duid aan dat ze tot de wolfsmelkfamilie behoort.  Pulcherrima betekend in het Nederlands 'de mooiste'.  Het zou echter nog tot 1834 duren voor de officiële botanische naam gepubliceerd raakt.  En in de Europese huiskamers verschijnt de kerstster ook niet snel.

De eerste Amerikaanse Ambassadeur in Mexico, Joel Roberts Poinsett, was ook een zeer gepassioneerd plantenliefhebber.  In de winter van 1828 ondernam hij een diplomatieke reis naar Mexico.  In de Taxco-regio trokken de opvallend rode bladeren van een voor hem onbekende plant zijn aandacht.  Hij zond een aantal planten naar zijn huis en begon ze daar te bestuderen en op te kweken.  Niet veel later begon hij plantjes cadeau te doen aan vrienden en collega's rond kerstmis.

Robert Buist zag zo via via de plant en besliste om de planten te kweken en te verkopen.  Dit was eerst onder de botanische Latijnse naam Euphorbia Pulcherrima en bovendien als snijbloemen.  Pas vanaf 1836 kreeg de kerstster de naam Poinsettia naar de ambassadeur dus.

Begin 1900 werd de kerstster dan in Amerika als potplant verkocht.  Eerst nog als buitenplant en pas vanaf de jaren '50 ook als kamerplant.  Het duurde tot dan om een aantal soorten te kunnen kweken die geschikt waren als kamerplant.  En zo verovert de plant dan uiteindelijk toch ook Europe.

En de Nederlandse naam

Euphorbia Pulcherrima of Poinsettia bekt nu niet echt vlot dus is het ergens logisch dat er ook een andere naam voor werd gezocht.  Uiteindelijk is dit kerstster geworden en dit vermoedelijk omdat de rode schutbladeren mooi in een stervorm staan die bovendien rond kerst te voorschijn komen.  Ook in het Frans en het Duits spreekt men van een kerstster ofwel respectievelijk over "étoile de Noël" en "Weihnachtsstern"

Is het geen kerstroos?

In België en Nederland durven we de kerstster soms ook de foutieve benaming kerstroos te geven.  De kerstroos (Hellborus) is echter een vaste plant die je eerder in de tuin gaat zien.  In woonkamers doen ze het niet echt goed.  Soms zie je ze ook wel eens als snijbloemen.

Over de kerstroos doen er ook enkele legendes de ronde.  De eerste is dat alle planten even uit winterslaap zouden zijn gekomen als Jezus werd geboren.  De kerstroos vergat echter terug de aarde in te kruipen.  sindsdien bloeit de kerstroos altijd in de winter ondanks ijs en sneeuw.

De tweede legende gaat over een herderinnetje dat schapen hoede in de buurt van de kerststal.  Ze had geen geschenkje voor het kindje.  Hierdoor was ze zo droevig en begon te huilen.  Een engel kwam aar troosten en veegde wat sneeuw van het veld.  En daar stond de kerstroos mooi te bloeien.

De naamsverwarring tussen kerstster en kerstroos zorgt er ook wat voor dat er onduidelijkheid is over het al dan niet giftig zijn van de kerstster.  De kerstroos wordt beschouwd als giftig terwijl dit voor de kerstster niet het geval is.  Het hielp niet echt dat er in 1919 een stadslegende is beginnen rond gaan over een kind dat zou gestorven zijn na het eten van het blad van een kerstster.  Dit verhaal is in een aantal publicaties nadien voor waar aangenomen waardoor de kerstster als giftig werd vermeld. Onderzoeken hebben echter aangetoond dat de kerstster slechts in uitzonderlijke gevallen irritaties kan veroorzaken bij mens of dier.  Voorzichtigheid is natuurlijk altijd wel geboden met kinderen en dieren.

Hou je kerstster in topconditie

Een kerstster heeft het niet graag te kou en houdt ook niet van tocht.  Als de plant haar bladeren begint te verliezen komt dit meestal door kou en tocht.  Zet ze daarom op een tochtvrij plaats met voldoende licht maar geen direct zonlicht.  Een temperatuur van 15 tot 22 graden is ideaal.

Ook wat water betreft is de kerstster toch wat kieskeurig:  niet te veel maar ook niet te weinig.  Geef ze regelmatig lauw water.  Als je te weinig water geeft dan vallen de bladeren af maar als je ze daarna weer water geeft komt het terug goed.  Als je te veel water geeft dan is de kans groot dat de kerstster volledig kapot gaat.  De bladeren worden dan geel en vallen of en de wortels beginnen te rotten.

De ideale manier om de kerstster water te geven is om ze 1 keer per week met de kweekpot in een badje met water te zetten.  Doe dit gedurende een minuutje of 10 zodat de planten via de wortelen voldoende water kan opzuigen.  Laat ze daarna goed uitlekken voor je ze terug in de sierpot zet.

Als je een kerstster goed verzorgd dan kan die jaren mee gaan.  Als je echter ook de mooi rode schudbladeren en bloemen wil ga je toch nog wel wat meer moeite moeten doen.  Tegen het eind van de zomer ga je de plant gedurende minstens acht weken lang 14 uur per dag in het donker moeten zetten.  En dit moet echt wel pik donker zijn of de plant komt toch niet tot bloei.  Zet daarvoor de plant van 's avonds tot laat in de ochtend onder bijvoorbeeld een zwarte bak.  Na de 8 weken zet je de plant terug gewoon lichter.

Hou er ook rekening mee dat kwekers de kerstster vaak producten geven om de groei te vertragen.  Op die manier blijft de plant compacter.  Het kan dus zijn dat je de jaren nadien een vele weelderige plant krijgt.

 

Kerstsite.be is de opvolger van pinklichtjes.milieusite.be. Wij brengen je een heel jaar lang in kerstsfeer met verhalen, gedichtjes en diverse tips en tricks die je kan toepassen in heel je huis, van in de keuken tot in de tuin en je woonkamer.

Verloren Maandag
In een groot stuk van de provincie Antwerpen eten ze worstenbrooden of...
Driekoningen
Waar komen toch die speciale gebruiken vandaan op 6 januari voor Driek...
© 2024 - Kerstsite.be - Alle rechten voorbehouden.